Witte Huis verdedigt Amerikaanse aanval op boot vanuit Venezuela als rechtmatig

Tuesday 02 - 08:15

Het Witte Huis verdedigde maandag het besluit van een Amerikaanse admiraal om in september meerdere aanvallen uit te voeren op een vermeend Venezolaans drugssmokkelschip. Hij zei dat hij daarvoor toestemming had van minister van Defensie Pete Hegseth, terwijl critici de rechtmatigheid van een aanval op overlevenden in twijfel trokken.

De Washington Post meldde dat een tweede aanval was bevolen om twee overlevenden van de eerste aanval te doden en om te voldoen aan een bevel van Hegseth dat iedereen gedood moest worden.

President Donald Trump zei zondag dat hij geen tweede aanval op de boot had gewild en zei dat Hegseth ontkende een dergelijk bevel te hebben gegeven.

Maar woordvoerster Karoline Leavitt van het Witte Huis zei maandag dat Hegseth admiraal Frank Bradley toestemming had gegeven om de aanvallen op 2 september uit te voeren.

"Minister Hegseth gaf admiraal Bradley toestemming om deze kinetische aanvallen uit te voeren. Admiraal Bradley handelde volledig binnen zijn bevoegdheid en de wet die de aanval voorschreef om ervoor te zorgen dat de boot werd vernietigd en de dreiging voor de Verenigde Staten van Amerika werd weggenomen", aldus Leavitt.

Leavitt zei dat de aanval werd uitgevoerd uit "zelfverdediging" om de Amerikaanse belangen te beschermen, plaatsvond in internationale wateren en in overeenstemming was met het oorlogsrecht.

"Deze regering heeft deze narcoterroristen aangemerkt als buitenlandse terroristische organisaties", aldus Leavitt.

Vanaf september heeft het Amerikaanse leger minstens 19 aanvallen uitgevoerd op vermoedelijke drugsschepen in het Caribisch gebied en voor de Pacifische kust van Latijns-Amerika, waarbij minstens 76 mensen om het leven zijn gekomen.

Critici hebben de rechtmatigheid van de aanvallen in twijfel getrokken en zowel Republikeinse als Democratische wetgevers hebben toegezegd ze te onderzoeken. Het internationaal humanitair recht verbiedt aanvallen op uitgeschakelde strijders. Het Oorlogsrechthandboek van het Ministerie van Defensie stelt dat schipbreukelingen niet willens en wetens mogen worden aangevallen en medische zorg moeten ontvangen, tenzij ze vijandig handelen of proberen te ontsnappen.

Laura Dickinson, hoogleraar rechten aan de George Washington University, zei dat de meeste juridische experts niet geloven dat de bootaanvallen kwalificeren als een gewapend conflict, dus dodelijk geweld zou alleen als laatste redmiddel zijn toegestaan.

"Het zou moord buiten een gewapend conflict zijn", zei ze. Zelfs in oorlogstijd zou het doden van overlevenden "waarschijnlijk een oorlogsmisdaad zijn".
Een groep voormalige militaire advocaten, de JAGs Working Group, noemde het bevel "pertinent illegaal" en stelde dat militairen de plicht hebben om het niet op te volgen en dat iedereen die eraan voldoet, vervolgd moet worden voor oorlogsmisdaden.

Op X verdedigde Hegseth Bradley door hem "een Amerikaanse held" te noemen en te zeggen dat hij zijn "100% steun" heeft. Hegseth zei dat hij achter Bradley's gevechtsbeslissingen staat "met betrekking tot de missie van 2 september en alle andere sindsdien."

Trump besprak maandag met zijn belangrijkste adviseurs onder andere de
pressiecampagne tegen Venezuela, aldus een hoge Amerikaanse functionaris.

Trump heeft de mogelijkheid van een Amerikaanse militaire interventie in Venezuela aangekaart. Zaterdag zei hij dat het luchtruim boven en rond Venezuela als "volledig gesloten" beschouwd moet worden, maar gaf geen verdere details, wat tot onrust en verwarring in Caracas leidde.

Trump bevestigde zondag dat hij met de Venezolaanse president Nicolas Maduro had gesproken, die door de VS als een onwettige leider wordt beschouwd, maar Trump weigerde details over het gesprek te geven.

De regering-Trump heeft opties overwogen om te bestrijden wat zij afschildert als Maduro's rol in de levering van illegale drugs die Amerikanen het leven hebben gekost. Maduro ontkent banden te hebben met de illegale drugshandel.