- 16:20Netflix kiest Marokko om Franse versie van ‘Love Is Blind’ te filmen
- 15:30Marokko zal voor het eerst gastheer zijn van de Raad van Bestuur van het IIO
- 14:00WhatsApp lanceert teksttranscriptiefunctie voor spraakberichten
- 12:35De videogamesindustrie: explosieve groei verwacht in 2027
- 12:10Microsoft kondigt nieuwe vertaalapp voor bedrijven aan
- 11:32Alphabet wordt geconfronteerd met regeldruk waardoor het $100 miljard aan marktwaarde verliest
- 11:00Het risico van ‘onophoudelijke sociale verdeeldheid’: het debat over de evolutie van het kunstmatige bewustzijn
- 10:30De WHO blijft maximaal alert op de Mpox-epidemie in het licht van de zorgwekkende verspreiding
- 10:00Ecuador zet de vertegenwoordiger van Polisario definitief uit
Volg ons op Facebook
Ambitie Rutte reikte uiteindelijk toch voorbij het Haagse klaslokaal
"Dan ga ik lesgeven. Dat vind ik superleuk", zei Mark Rutte nog maar anderhalf jaar geleden op de vraag wat hij zou gaan doen als hij geen minister-president meer was. Het einde van zijn premierschap kwam door de val van zijn vierde kabinet niet lang daarna in zicht, maar hij verruilt het Torentje niet voor een klaslokaal.
Rutte vervolgt zijn carrière op het internationale toneel. Gisteren werd definitief duidelijk dat hij naar Brussel vertrekt, waar hij secretaris-generaal van de NAVO wordt.
Het lijkt een voor de hand liggende keuze, maar dat is niet altijd zo geweest. Rutte leek altijd te zeer verknocht aan Nederland. En dan met name aan Den Haag, waar hij geboren en getogen is en met een appeltje op de fiets naar het werk kon.
Hij is een man van vaste gewoontes, die sinds jaar en dag in hetzelfde appartement woont, een oude Saab rijdt en zijn "oude Nokiaatje" pas wilde inruilen voor een smartphone toen hij politiek in de problemen dreigde te komen. Hij heeft vaste adresjes voor zijn koffie en ontbijt en toen de Franse president Macron vorig jaar langskwam, nam hij hem mee naar zijn favoriete, maar wat sleetse Indonesische restaurant.
Bovendien hield Rutte zelf lang vol dat hij helemaal niet zo ambitieus was. Hij gaf een paar uur per week les op een vmbo-school, ook tijdens zijn premierschap, en zei in november 2022 nog heel stellig dat hij een toekomst als leraar voor zich zag. En dat leek best geloofwaardig.
Aanvankelijk was buitenlandse politiek ook niet helemaal zijn ding. Als VVD-leider sprak hij rond de verkiezingen in 2010, vlak voor zijn aantreden als premier, nog smalend over Europese samenwerking. "Brussel, dat is echt een bodemloze put. De Europese Unie is totaal losgezongen van de samenleving. Het is prachtig dat de mensen dit in de gaten beginnen te krijgen." Het enige pluspunt van de EU was, in zijn ogen, de vrije interne markt.
In de campagne van 2012, voor zijn tweede termijn in het Torentje, beloofde hij dat er geen cent meer naar de Grieken zou gaan. Hij kwam die belofte niet na, maar in de zuidelijke Europese lidstaten bleef het beeld hangen dat Nederland onder Rutte vrekkig was, en noodlijdende landen de maat nam vanwege hun financiële beleid. Dat culmineerde in 2020 nog in een relletje over een video, waarin een vuilverwerker hem vraagt of hij "alsjeblieft" geen geld wil geven aan "die Italianen en Spanjaarden" en Rutte lachend "nee, nee, nee, nee" zegt.
Tijden van 'Mr No' voorbij
Maar de tijden van 'Mr No' zijn voorbij. Ruttes houding veranderde vanaf 2014, toen hij naar aanleiding van de ramp met de MH17 waarbij 196 Nederlanders omkwamen, noodgedwongen op het internationale toneel werd geplaatst. Twee jaar later zag hij nogmaals dat je echt iets kunt bereiken in de internationale politiek, toen hij erin slaagde een deal te sluiten met de Turkse president Erdogan om de vluchtelingenstroom in te dammen. De Russische inval in Oekraïne, twee jaar geleden, gaf het definitieve zetje: hij is nu overtuigd pro-Europees en iemand die de NAVO een warm hart toedraagt.
Daar komt bij dat hij met zijn lange staat van dienst inmiddels ook buiten de EU - met 'Washington', 'Londen' en 'Jeruzalem' bijvoorbeeld - goede contacten onderhoudt. Dat ligt mede aan zijn karakter. Want Rutte is, weten ze inmiddels ook buiten Nederland, een handige bemiddelaar. Hij kan met vrijwel iedereen overweg en onderhoudt zijn contacten trouw. Er zijn talloze verhalen van mensen die ooit contact met hem hadden en jaren later nog een belangstellend sms'je van hem kregen. En die eigenschappen passen uitstekend bij het profiel van de secretaris-generaal, die als een soort verbinder tussen de 31 NAVO-lidstaten fungeert.
Het ziet er soms een beetje ongemakkelijk uit, maar wereldleiders kunnen het over het algemeen goed met hem vinden
In oktober gaf Rutte eindelijk toe dat hij internationale ambities had. Hij wilde zijn ervaring misschien toch "een paar jaar" internationaal inzetten, maar dacht dat het beter was als eerst eens een vrouw secretaris-generaal van de NAVO zou worden, voegde hij daaraan toe. Dat sloeg op zijn concurrent, de Estlandse premier Kallas, die ook wel oren naar de functie had en die hij niet voor de voeten wilde lopen. Zij wordt het dus niet, en dat was haar al snel duidelijk.
In november vertelde zij een grap die ze gehoord had: "De volgende secretaris-generaal moet van een nieuwe lidstaat zijn en nieuw betekent dan twintig jaar (zoals Estland; Nederland hoort er sinds de oprichting in 1949 bij, red.), moet uit een land komen dat 2 procent van zijn bbp aan defensie besteedt (wat Nederland net heeft gehaald, red.) en het zou mooi zijn als het een vrouw is. Dus de logische keuze is: Mark Rutte."
Dat wil niet zeggen dat Mark Rutte er niets meer voor hoefde te doen. De demissionaire premier had de afgelopen maanden zoveel internationale toppen en ontmoetingen, dat hij wel spottend de premier van Buitenlandse Zaken werd genoemd.