Voormalig Jumbo-CEO beschuldigd van witwassen: ‘bewaarde contant geld in de koelkast’

De voormalig CEO van supermarktketen Jumbo bewaarde bankbiljetten in de koelkast in zijn woning in Veghel, zo hoorden de rechters die zijn witwaszaak behandelden maandag.

De politie vond twee jaar geleden in totaal € 448.000 aan contanten toen ze de woning en het kantoor van Frits van Eerd doorzochten tijdens een onderzoek naar verdachte zakelijke transacties.

Van Eerd, 57, wordt ervan verdacht samen met autohandelaar Theo E., de hoofdverdachte in de zaak, honderdduizenden euro's wit te hebben gewassen.

Hij wordt ook beschuldigd van documentaire fraude en het niet aangeven van geschenken van E., waaronder een voertuigtransporter en zes luxe gereedschapskisten. Als hij schuldig wordt bevonden, kan hij worden veroordeeld tot meerdere jaren gevangenisstraf.

In de tijd dat Van Eerd CEO was, groeide Jumbo uit tot een van de grootste supermarktketens van Nederland, nadat het prijsvechters als C1000 en Super de Boer overnam.

Sport sponsoring

Het bedrijf werd ook een van de grootste sponsoren van Nederland op het gebied van wielrennen, motorsport en motorcross, wat Van Eerds eigen passie voor racen weerspiegelt. Jumbo was een van de eerste sponsoren van Formule 1-wereldkampioen Max Verstappen.

Wielerploeg Jumbo-Visma, mede gesponsord door een Noors softwarebedrijf, won in 2023 alle drie de grote Europese meerdaagse wegwedstrijden: de Tour de France, Giro d'Italia en Vuelta d'Espana.

Een deel van de sponsoring werd geregeld via Van E., die eerder is veroordeeld voor het witwassen van geld en naar verluidt nauwe contacten heeft in de criminele wereld.

Van Eerd was niet aanwezig bij de voorlopige hoorzitting bij de rechtbank in Assen. Zijn advocaat, Robbert Jonk, zei dat de cliënt van Van Eerd alle beschuldigingen ontkende.

“Mijn cliënt is blij dat hij zijn kant van het verhaal kan vertellen”, vertelde Jonk aan de rechters.

De advocaat van E. zei dat zijn cliënt betrokken was bij onderhandelingen met het Openbaar Ministerie en voegde daaraan toe: "Dat betekent niet dat mijn cliënt de aanklacht accepteert zoals die is ingediend."

De rechtszaak zal naar verwachting in de tweede helft van volgend jaar plaatsvinden.