X

Grote technologiebedrijven verhogen hun investeringen in soevereine kunstmatige intelligentie in Europa

Grote technologiebedrijven verhogen hun investeringen in soevereine kunstmatige intelligentie in Europa
Thursday 14 - 10:10
Zoom

Grote technologiebedrijven intensiveren hun investeringen op het gebied van ‘soevereine kunstmatige intelligentie’ binnen Europa, met als doel de afhankelijkheid van de Verenigde Staten bij het beheren en opslaan van data te verminderen, door zich te concentreren op de lokale infrastructuur.

‘Soevereine AI’ betekent in deze context het vergroten van het vermogen van Europese landen om gegevens lokaal op hun grondgebied op te slaan, in plaats van te vertrouwen op Amerikaanse datacentra, wat de datasoevereiniteit versterkt en de privacybescherming verbetert.

Deze stap maakt deel uit van de inspanningen om de impact van de Amerikaanse dominantie op de digitale infrastructuur van het continent te beperken.

In deze context legde Chris Go, hoofd van het overheidsbeleid van de Europese Unie bij Cisco, uit dat de term ‘soevereine kunstmatige intelligentie’ ongeveer vorig jaar begon te verschijnen.

Hij zei dat veel prominente modellen voor kunstmatige intelligentie, zoals ‘GBT Chat’ en ‘Cloud’, afhankelijk zijn van datacentra in de Verenigde Staten om informatie op te slaan en opdrachten uit te voeren via cloud computing, wat tot bezorgdheid heeft geleid onder beleidsmakers in Europa.

Deze afhankelijkheid van Amerikaanse technologie heeft geleid tot zorgen over het concurrentievermogen van Europa, vooral gezien de beperkingen die de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming oplegt.

De Europese wetgeving inzake gegevensbescherming vereist dat organisaties met gebruikersgegevens omgaan op een manier die hun privacy respecteert, wat Europese overheden ertoe heeft aangezet om te overwegen de lokale infrastructuur te versterken.

Het is ook vermeldenswaard dat het Europese Hof van Justitie in 2020 de gegevensuitwisselingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten nietig heeft verklaard, omdat deze niet hetzelfde niveau van gegevensbescherming bood als vereist door de Europese wetgeving, wat Europese bedrijven ertoe aanzette om zoeken naar onafhankelijke technologische oplossingen.