Volg ons op Facebook

Walaw

Beleid

Nederlands-Palestijnse coalitie klaagt Nederlandse regering aan vanwege genocide in Gaza

Friday 11 - 13:40

Zoom

Een coalitie van NGO's uit Nederland en Palestina klaagt de Nederlandse regering aan omdat deze volgens hen er niet in is geslaagd de Israëlische genocide in Gaza te stoppen .

In een vandaag uitgegeven verklaring eiste de coalitie dat de Nederlandse regering een verbod zou instellen op de export of doorvoer van militair materieel en goederen voor tweeërlei gebruik naar Israël. Ook eiste de coalitie een verbod op handel en investeringen die de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden ondersteunen.

De coalitie bestaat uit al-Haq, Al Mezan, Een Ander Joods Gluid (EAJG), het European Legal Support Center (ELSC), Groningen Jabalya, SOMO, Stitching Kifaia, Stitching Palestina en wordt ondersteund door juristen van de Global Justice Association.

In de verklaring wordt betoogd dat Nederland als partij bij het Genocideverdrag verplicht is om te voorkomen dat het misdrijf van genocide plaatsvindt. Er wordt verwezen naar de bevindingen van het Internationale Gerechtshof (ICJ) in Nederland in januari, waarin werd vastgesteld dat Israël vermoedelijk genocide pleegt in Gaza.

De coalitie merkte met name op: "er zijn geen aanwijzingen dat de Nederlandse staat van plan is maatregelen te nemen om genocide in Gaza te voorkomen of om de Nederlandse economische banden met de onrechtmatige aanwezigheid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden aan te pakken."

"Het is de plicht van het Nederlandse rechtssysteem om de wettelijke verplichtingen waartoe de staat zich heeft verbonden, af te dwingen", aldus de verklaring.

Daan de Grefte, juridisch medewerker van de ELSC, vertelde The New Arab dat de organisatie "concreter wil maken wat de juridische verplichtingen van derde landen zijn in gevallen van potentiële genocide enerzijds en gevallen van systematische schendingen van het internationaal humanitair recht (het oorlogsrecht) anderzijds."

De Grefte verwees in het bijzonder naar de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in januari over mogelijke genocide in Gaza en de verplichtingen onder Artikel 1 van het Genocideverdrag, en naar de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over het voorkomen van handels- en investeringsrelaties die de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden ten goede zouden kunnen komen.

"Deze verplichtingen gelden voor alle staten en zijn vooral relevant voor de bondgenoten van Israël", aldus De Grefte. Hij voegde daaraan toe dat "we willen laten zien dat staten volgens het internationaal recht veel meer moeten doen om de rechten van Palestijnen te beschermen onder bezetting en militaire aanvallen."

De Grefte voegde toe dat de ELSC overweegt om soortgelijke zaken aanhangig te maken bij andere Europese landen waar de organisatie actief is. Ook als de zaak niet de gewenste uitkomst oplevert, zal de organisatie blijven streven naar "rechtvaardigheid en verantwoording voor de misdaden die tegen het Palestijnse volk zijn begaan en naar een einde aan de genocide."

De Israëlische oorlog in Gaza, die al een jaar duurt, heeft aan minstens 42.065 Palestijnen het leven gekost en een groot deel van de infrastructuur van de enclave beschadigd of vernietigd.

In mei verzocht Karim Khan, hoofdaanklager bij het Internationaal Strafhof, om het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor zowel de Israëlische premier Benjamin Netanyahu als de minister van Defensie Yoav Gallant wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.