UNESCO erkent 63 nieuwe culturele praktijken in 2024
Tijdens zijn bijeenkomst in Asunción, Paraguay, heeft het Intergouvernementeel Comité voor de Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed van UNESCO besloten om 63 nieuwe elementen op de Lijsten van Immaterieel Cultureel Erfgoed te plaatsen, op initiatief van 90 landen. Deze inscripties verrijken het levende werelderfgoed en illustreren de culturele diversiteit die grenzen overschrijdt.
Tussen 2 en 6 december 2024 voegden de 24 leden van de commissie culturele praktijken uit 62 verschillende landen toe aan de representatieve lijst, en werden twee extra elementen ingeschreven op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed dat dringend moet worden beschermd. Daarnaast zijn er drie nieuwe programma’s geïntegreerd in het Register goede praktijken voor de borging van immaterieel erfgoed. Met deze toevoegingen bedraagt het totale aantal tot nu toe geregistreerde culturele praktijken nu 788, die 150 landen over de hele wereld bestrijken.
Henna: een symbolische traditie die op de werelderfgoedlijst staat
Een van de opmerkelijke inscripties uit deze sessie is die van henna-riten, een praktijk die diep geworteld is in veel Arabische landen, waaronder Marokko. Dit ritueel, dat een essentieel aspect vertegenwoordigt van de traditionele cultuur en vieringen in deze regio's, is door UNESCO erkend vanwege zijn culturele en sociale waarde, waardoor het belang van vrouwelijke en gemeenschapspraktijken in de levende geschiedenis van de mensheid wordt versterkt.
Recorddeelname en multinationale registraties
Dit jaar kende de sessie een recorddeelname, met meer dan 900 deelnemers uit 120 landen. Dit is de op een na grootste deelname sinds de oprichting van de UNESCO-conventie. Onder de nieuwe registraties werden 16 multinationale praktijken ondersteund door 62 landen, een aanzienlijke stijging ten opzichte van het voorgaande jaar.
Voor het eerst hebben vijf landen een element op de lijst van immaterieel erfgoed geplaatst: Brunei Darussalam, Ghana, Myanmar, Rwanda en Somalië. Deze inscripties demonstreren de wens van naties om hun levende erfgoed te behouden en te promoten, en tegelijkertijd culturele uitwisselingen over de nationale grenzen heen te bevorderen.
Een erfgoed dat de dialoog en sociale inclusie versterkt
De in 2024 opgesomde elementen weerspiegelen ook het groeiende belang van immaterieel erfgoed voor het versterken van de interculturele dialoog. Ongeveer 44% van de nieuwe geregistreerde praktijken draagt bij aan meer inclusieve samenlevingen, hetzij via sociale bijeenkomsten, overgangsrituelen of ceremonies die de gemeenschaps- en familiebanden versterken.
De directeur-generaal van UNESCO, Audrey Azoulay, verwelkomde het belang van dit verdrag en bevestigde dat “materieel en immaterieel erfgoed nu onafscheidelijk zijn, waardoor de banden tussen generaties en tussen de staten die partij zijn bij het verdrag worden versterkt.” Ze benadrukte dat deze 63 nieuwe inscripties helpen “onze generatie te verbinden met al degenen die eraan voorafgingen” en tradities in stand te houden die essentieel zijn voor de mondiale collectieve identiteit.
Binnenkort: de sessie van 2025 in New Delhi
Het Intergouvernementeel Comité van UNESCO zal in december 2025 in New Delhi, India, bijeenkomen voor zijn volgende zitting. Tot die tijd zullen de inspanningen om immaterieel cultureel erfgoed te behouden en te bevorderen blijven toenemen via nationale en internationale initiatieven, waarbij UNESCO een belangrijke katalysator zal zijn voor de erkenning van deze universele praktijken.
De sessie van 2024 markeerde dus een krachtig moment voor het beschermen van de levende cultuur, waarbij het belang werd benadrukt van een erfgoed dat, hoewel geworteld in tradities, moderne en verenigde samenlevingen blijft vormgeven.
Reacties (0)