Pakistan overweegt de partij van Imran Khan te verbieden
Pakistan zou de Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI), de partij van voormalig premier Imran Khan, kunnen verbieden, zo blijkt uit een aankondiging van minister van Informatie Attaullah Tarar maandag. Deze verklaring komt na verschillende juridische overwinningen voor Imran Khan, die bijna een jaar gevangen zat wegens corruptie.
De Pakistaanse regering heeft besloten een verzoekschrift in te dienen bij het Hooggerechtshof om PTI te verbieden, waarbij zij geloofwaardig bewijs aanvoert van de noodzaak van het verbod. Attaullah Tarar noemde beschuldigingen tegen Imran Khan, waaronder het lekken van geheime documenten en het aanzetten tot oproer. “We zullen deze zaak krachtig verdedigen en alles in het werk stellen”, zei hij op een persconferentie in Islamabad.
Imran Khan, premier van 2018 tot 2022, heeft sinds zijn vertrek aan de macht te maken gehad met meer dan tweehonderd rechtszaken, een campagne die volgens hem bedoeld is om te voorkomen dat hij de teugels van het land overneemt. Imran Khan zit sinds augustus 2023 gevangen, vóór de verkiezingen van februari waaraan hij niet kon deelnemen vanwege een veroordeling wegens corruptie, en wordt nog steeds geconfronteerd met juridische obstakels.
Ondanks deze moeilijkheden heeft het Pakistaanse rechtssysteem onlangs op verschillende punten in zijn voordeel beslist. Zaterdag werd hij vrijgesproken van een gevangenisstraf van zeven jaar wegens illegaal trouwen volgens de islamitische wet. Het Hooggerechtshof kende de PTI ook ongeveer twintig parlementszetels toe, gereserveerd voor vrouwen en minderheden, na de omstreden algemene verkiezingen in februari. In april werd een veertienjarige veroordeling wegens corruptie tegen Imran Khan en zijn vrouw opgeschort, en in juni werd hij vrijgesproken van een aanklacht wegens verraad, waarvoor hij oorspronkelijk tot tien jaar gevangenisstraf was veroordeeld.
Een VN-panel van deskundigen oordeelde onlangs dat de detentie van Imran Khan willekeurig was en in strijd met het internationaal recht, en riep op tot zijn onmiddellijke vrijlating. Volgens deze werkgroep heeft zijn detentie “geen wettelijke basis en lijkt hij bedoeld te zijn om zijn kandidatuur voor een politiek ambt te diskwalificeren.”
Imran Khan, die in april 2022 door een motie van wantrouwen werd afgezet nadat hij de steun van het leger had verloren, had een ongekende campagne gelanceerd tegen de top van het leger. Hij beschuldigde hen ervan betrokken te zijn bij een moordaanslag op hem in november 2022.
De politieke toekomst van de voormalige premier blijft onzeker nu de regering haar inspanningen voortzet om zijn partij te verbieden. De volgende juridische en politieke ontwikkelingen zullen beslissend zijn voor de PTI en voor de toekomst van Imran Khan in Pakistan.