-
13:15
-
11:30
-
10:45
-
10:00
-
09:15
-
08:30
-
07:45
-
yesterday
-
yesterday
-
yesterday
-
yesterday
Volg ons op Facebook
Darfur getroffen door ergste cholera-epidemie in jaren
De Darfur-staten in West-Soedan kampen met een cholera-uitbraak die in decennia niet is voorgekomen. Sinds de uitbraak in vier van de vijf staten in de regio is begonnen, zijn minstens 615 mensen aan de ziekte overleden en zijn er bijna 12.000 gevallen geregistreerd, aldus humanitaire organisaties ter plaatse. De ziekte blijft zich dagelijks verspreiden, te midden van een oorlog die de gezondheidsinfrastructuur heeft verwoest en de voedsel- en drinkwatertekorten heeft verergerd.
In hun laatste rapport omschreef Artsen zonder Grenzen deze uitbraak als "de ernstigste cholera-epidemie in Soedan in lange tijd". Ze merkten op dat de massale ontheemding van de bevolking als gevolg van de gevechten honderdduizenden mensen de toegang tot schoon water en basispreventiemaatregelen heeft ontnomen. Humanitaire hulpkonvooien zijn door de onveiligheid vrijwel onmogelijk te leveren.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde half augustus dat cholera, dat zonder behandeling binnen enkele uren dodelijk kan zijn, nog steeds te voorkomen is dankzij orale en intraveneuze rehydratatieoplossingen en antibiotica. De VN-organisatie maakte bekend dat ze dit jaar ongeveer 40 miljoen doses oraal vaccin heeft geproduceerd, waarvan het merendeel bestemd is voor Soedan.
In de vluchtelingenkampen, ware broeinesten van besmetting, is de situatie ernstig. In Kalma, in Zuid-Darfur, zijn ongeveer 450 besmettingen en 64 doden geregistreerd, terwijl in Attash, nabij Nyala, meer dan 200 gevallen en 50 doden zijn gemeld. Andere kampen, zoals Sabrine en Khazan Jadid, kampen met even alarmerende omstandigheden.
"De hele regio Darfur kampt met een humanitaire tragedie, met een ernstig gebrek aan voedsel, medicijnen en schoon water, in een klimaat van onveiligheid dat gekenmerkt wordt door bombardementen en plunderingen", aldus Adam Rajal, woordvoerder van de ontheemden en vluchtelingen in Darfur. Hij waarschuwt dat het huidige sterftecijfer, geschat op 5,2%, het wereldwijde gemiddelde (ongeveer 1%) ruimschoots overtreft, wat wijst op een ingestort zorgstelsel en gebrek aan toegang tot zorg.
Lokale artsen bevestigen dat veel patiënten op de weg sterven voordat ze de isolatiecentra bereiken, die zelf door vrijwilligers worden gerund en over onvoldoende middelen beschikken. De verspreiding versnelt: in sommige gebieden worden dagelijks tot 199 nieuwe gevallen gemeld, volgens fragmentarische gegevens die zijn verzameld ondanks communicatiestoringen.
Deze gezondheidscrisis speelt zich af in een context van totale oorlog: meer dan 95% van Darfur wordt gecontroleerd door de Rapid Support Forces (RSF), terwijl het Soedanese leger probeert de strategische stad El Fasher, hun laatste bolwerk, te behouden. Luchtbombardementen en gevechten op de grond maken humanitaire toegang vrijwel onmogelijk.
Humanitaire actoren waarschuwen voor een dreigende catastrofe als er geen dringende maatregelen worden genomen: drinkwaterdistributie, versterking van medische voorzieningen en grootschalige inzet van vaccins. Zonder deze maatregelen, waarschuwen ze, dreigt de epidemie uit te groeien tot een menselijke ramp die honderdduizenden mensen treft die al door twee decennia oorlog zijn getroffen.