- 16:00Het project van de maritieme verbinding in Afrika en Europa op de volgende dag ter plaatse
- 15:20Marokko versterkt zijn positie in de Climate Performance Index 2025 en zet zijn leiderschap op het gebied van koolstofneutraliteit voort
- 14:45Bourita roept de Europese Unie op om het partnerschap met Marokko te vertalen in concrete acties
- 14:00CMA CGM versterkt haar investeringen in de haven van Nador om de logistieke infrastructuur in Marokko te ontwikkelen
- 13:35Marokko: alternatief voor bedrijven die te maken krijgen met het beleid van Trump?
- 13:00Bijna tweederde van de Nederlanders heeft in 2050 overgewicht: RIVM
- 12:15Het immigratiebeleid van Trump: tussen extremisme en economische gevolgen
- 11:30Vechtsporten: van de traditionele arena tot een mondiale sector met meerdere miljarden dollars
- 10:45Bitcoin en financiële risico's: de uitdagingen van het toezicht in Marokko
Volg ons op Facebook
Verenigde Naties keuren het eerste cybercriminaliteitsverdrag goed
In een ongekende beweging hebben de lidstaten van de Verenigde Naties donderdag een nieuw anti-cybercriminaliteitsverdrag aangenomen, het eerste in zijn soort dat door de internationale organisatie is goedgekeurd. Dit kwam ondanks sterke tegenstand van enkele mensenrechtenactivisten, die hun bezorgdheid uitten over mogelijke risico's van censuur.
Na drie jaar onderhandelen en een laatste twee weken durende bijeenkomst in New York, onderschreven de leden unaniem het Verdrag van de Verenigde Naties tegen cybercriminaliteit, die naar verwachting nu ter formele goedkeuring aan de Algemene Vergadering zal worden voorgelegd.
Dit Verdrag treedt onmiddellijk in werking na ratificatie door 40 lidstaten en heeft tot doel de inspanningen op te voeren om "cybercriminaliteit efficiënter en effectiever te voorkomen en te bestrijden", met name wat betreft seksueel misbruik van kinderen en witwassen van geld.
Desalniettemin wordt de overeenkomst geconfronteerd met oppositie van een onconventionele coalitie van mensenrechtenactivisten en grote technologiebedrijven, die de brede reikwijdte van het Verdrag zien als een potentiële bedreiging om het om te vormen tot een mondiale "censuurinstrument dat kan worden gebruikt om vrijheden te onderdrukken. In de aangenomen tekst was bepaald dat bij het onderzoeken van een strafbaar feit met een gevangenisstraf van vier jaar of meer, elke lidstaat kan van de autoriteiten van andere staten verlangen dat zij elektronisch bewijs leveren dat verband houdt met het strafbare feit, met inbegrip van gegevens van internetproviders.